Het was mei 2005. Ik weet het nog zo precies, omdat die bewuste middag de start was van het (autisme-)onderzoek voor onze zoon. Deze maand werden ook onze nieuwe kozijnen en buitendeuren geplaatst, waardoor het huis van beneden tot op zolder overhoop had gelegen. Erg druk en nog niet wetend van het autisme van m’n man, dus daar ook nog geen rekening mee houdend.
Die dag hadden we eerst een aantal uur gewerkt en daarna was het wachten op de onderzoeksdame die het gesprek bij ons thuis afnam. Opeens besefte ik dat ik m’n sleutelbos kwijt was. Samen zochten we overal. Binnen, buiten, ik heb m’n werk gebeld waar collega’s voor me zochten, auto binnenstebuiten gekeerd. Echt nergens te vinden. Ik had al eens gevraagd of m’n man ze niet per ongeluk in z’n broekzak had gestopt, want op alle andere en logische plekken hadden we al tevergeefs gezocht. Maar nee, wat hij daar had waren z’n eigen sleutels.
Tot ik op het punt was beland om de man van de nieuwe voordeur te bellen dat ik er een ander slot in wilde. Die meneer zou diezelfde middag ook komen om nog iets af te ronden, dan kon hij meteen een nieuwe cilinder meenemen en die er inzetten. Een huissleutel kwijt zijn vind ik namelijk niet zo fijn…
Nu ik dit zo schrijf, vraag ik me echt af hoe het ons destijds lukte om te werken en een intensief gesprek en een afspraak met de kozijnenman op 1 dag te plannen. Dat zouden we nu nooit meer zo doen. Ik zocht toevallig laatst een afspraak van jaren geleden terug in onze digitale agenda en schrok ervan hoe vol deze toen stond. We zijn inmiddels zoveel beter geworden om te schiften in wat per se moet en wat kan wachten tot een rustiger week. Dat scheelt zo ontzettend veel.
Maar goed, m’n sleutels. M’n man voelde nog eens in z’n broekzak en haalde er met een verbaasde blik mijn sleutelbos uit. Hij wist het écht niet en was ervan overtuigd dat hij zijn eigen sleutels had toen hij het eerder checkte. Hij had ook geen enkel idee wanneer en hoe míjn sleutels in zíjn broekzak terecht konden zijn gekomen.
We waren hartstikke blij dat m’n sleutelbos terecht was, maar ik zat nog wel vol adrenaline toen de dame van het onderzoek aanbelde. Haar eerste indruk was vast niet ‘Goh, wat een relaxte moeder is dat…’ 🙄
Het is erg lang geleden, maar we maken er nog steeds weleens grapjes over als iemand een sleutel kwijt is. Hoe grappig ook, dit voorval is tegelijk een voorbeeld van hoe het volle autisme-brein iets zomaar op een heel andere manier kan waarnemen en opslaan. Een verkeerd lijntje kan leggen. Mijn sleutelbos uit z’n broekzak halen, het zien als z’n eigen sleutels en gewoonweg niet zien dat het een ander bosje was. Het echt als zijn eigen sleutels waarnemen, want die zitten daar anders ook altijd.
Uit het onderzoek wat die middag voor onze zoon startte, kwam uiteindelijk autisme naar voren. Pas na zijn diagnose herkende ik het bij m’n man en daarop ging ook hij de onderzoeken in. Ten tijde van dit sleutelbos-voorval hadden we dus nog geen idee van autisme, en zeker niet van autisme bij m’n man. Toch heb ik het ook toen nooit als liegen of iets dergelijks negatiefs gezien.
Terugkijkend plaats ik dit onder autisme. Drukte van kozijnen uitkiezen en welk bedrijf we ze zouden laten plaatsen, huis op z’n kop, opruimen, alles schoonmaken, spanning van de mevrouw die thuis kwam, een fulltime baan. Zoveel dingen die ervoor zorgden dat het hoofd al lange tijd te vol zat en hij totaal geen vrije ruimte meer over had om te zien en verwerken dat hij mijn sleutelbos pakte in plaats van die van zichzelf.
Sommige mensen noemen dit de waarheid verdraaien of zelfs glashard liegen, maar dat is dit niet. Als je als partner werkelijk gelooft dat dit liegen is, dan wordt een relatie erg ingewikkeld…
-Jolanda Hoenjet-de Jong-