Een tijdje terug had ik een kort praatje met een meneer van de gemeentereiniging toen ik onze honden uitliet. Het zette me aan het denken en bleef me bij, daarom schreef ik er dit stuk over.
Die meneer van de gemeentereiniging kwam ‘s morgens in alle vroegte in zijn karretje aanrijden, stopte vlak naast me, raapte een plastic wasmand van het grasveld op en kieperde die in zijn wagen. Ik maakte een opmerking dat het voor veel mensen helaas heel makkelijk is om hun rotzooi maar op straat te gooien. Hij keek me aan en wees naar het zakje met keutels in mijn hand: “U ruimt uw rommel tenminste op.” “Ja”, zei ik lachend, “als ik me aan de rotzooi van een ander erger, kan ik toch kwalijk mijn eigen rommel laten liggen.” We wensten elkaar een fijne dag en gingen ieder onze eigen weg. Zomaar een vluchtig moment, maar ik gaf mezelf onbewust een stukje bewustwording.
Mijn eigen uitspraak zette me aan het denken, en ik trok hem al wandelend met mijn hondjes door naar een breder perspectief. “Als ik me aan de rotzooi van een ander erger, kan ik toch kwalijk mijn eigen rommel laten liggen”. Hoe waar is dit... Het gaat ongemerkt op op veel meer gebieden, en eigenlijk heet dit voor mij gewoon zelfreflectie.
Sinds ik me bewust ben geworden van mijn eigen aandeel in conflicten, loopt het in ons gezin duizendmaal beter. Het was, en is soms nog steeds, zo makkelijk voor me om de ‘schuld’ van iets bij het autisme te leggen, maar het is verre van eerlijk. Het ligt vaak aan het autisme, maar er zijn ook absoluut zeker situaties waarin het aan mij ligt, aan het verschil van interpretatie, aan een communicatieprobleem of aan het man-vrouwverschil.
Bij ons ligt de diagnose van mijn man er inmiddels al vanaf 2006. Toen het allemaal nog maar net bekend was, zag ik in de supermarkt een tijdschrift met een grote kop “mannen zijn autistisch, vrouwen zijn hysterisch”. Wat was ik boos! Als ze alle mannen autistisch noemen, gaan ze volledig voorbij aan wat autisme voor veel mensen met zich meebrengt. Hoewel ik dat stukje van de hysterische vrouw wel kon plaatsen... Veel vrouwen zijn dan misschien niet direct hysterisch, maar we betrekken vaak wel (veel te) veel op onszelf. Achteraf heb ik spijt dat ik het tijdschrift niet kocht en het artikel niet las. Ik heb online weleens gezocht of ik het terug kon vinden, maar nee... Ik weet eerlijk gezegd niet eens meer welk blad het was. Mocht iemand het artikel na al die jaren herkennen en op zolder hebben liggen, ik houd me alsnog aanbevolen.
Mensen zeggen soms dat mijn man een bijzondere autist is, maar dat betwijfel ik. Dat het bij ons meestal goed gaat, zit veel meer in de wisselwerking tussen ons als partners. Mijn man erkent zijn autisme en hij accepteert hulp, maar alleen als hij in relaxte groene modus staat. Is er te veel spanning, dan kom ik er niet meer of erg moeilijk doorheen. Dan ligt alles aan mij. Dan zeur ik, dan doe ik niks goed, dan let hij overal op, zeg ik volgens hem alles op een verkeerde toon, en zo meer. Inmiddels ben ik zelf veel meer gegroeid, waardoor ik me zijn overprikkeling meestal niet meer zo persoonlijk aantrek. Dat helpt enorm in het overeind blijven met elkaar, maar vooral voor mezelf. Voorheen frustreerde ik me mateloos, werd ik verdrietig of gilde ik van boosheid. Zie, toch wat hysterisch dan misschien...? Herkenbaar?
Een paar jaar terug haalde ik rigoureus de bezem door mijn hoofd en denkwijzen. Ik ging anders kijken. Naar mezelf en naar een ander. Ik durfde open en eerlijk en van een afstandje naar de situatie te kijken. Ik keek in de spiegel en ging eerlijk zijn in wat ik zag. Deed ik alles goed? Lag alles echt altijd en alleen aan de ander? Waar kon ik zelf dingen anders doen?
Durf jij in die spiegel te kijken om te zien of je zelf misschien ook ergens ‘rotzooi’ hebt liggen om op te ruimen? Daarmee bedoel ik overigens niet dat je jezelf totaal aan zou moeten passen aan de ander en altijd alle schuld op je moet nemen. Een middenweg vinden en minder vertroebeld naar mezelf en de ander kijken, dat was wat mij persoonlijk heel veel heeft gebracht.
-Jolanda-de Jong-