Zo’n beetje maandelijks organiseer ik een meeting. De ene maand is dat voor partners van iemand met autisme, de andere maand voor koppels. Tijdens afgelopen koppelmeeting werden zoals altijd mooie gesprekken gevoerd en veel ervaringen gedeeld. Eén gesprek zette me extra aan het denken.
Ter info, we zijn samen sinds 1986, de diagnose kwam in 2006.
Mijn man vindt het na al die jaren nog steeds lastig om z’n eigen prikkels te voelen, en dan vooral wanneer hij tegen de grens van overprikkeld zijn aanzit. Ik zie het emmertje voller lopen, terwijl hij dan zelf denkt nergens last van te hebben. Als hij over de grens heengaat, volgt standaard hoofdpijn of zelfs migraine. Het is dus belangrijk om die grens te bewaken en op tijd terug te schakelen. Maar hoe, als je dit zelf niet altijd goed aanvoelt?
Ik vertel het hem als ik het zie gebeuren. Probleem hierbij is dat hij dat niet van mij aanneemt, omdat hij het zelf dan niet zo voelt. Waarschijnlijk past het vanwege het te volle hoofd ook helemaal niet om op dat moment iets met mijn hulp te kunnen doen. Zijn reactie is dan iets als “Praat me niets aan, er is niks aan de hand”. Zo jammer, want ervaring leerde dat ik het meestal juist zie dat óverprikkeling gaat volgen. Met alle gevolgen van dien. Mijn poging te helpen dat te voorkomen, geeft helaas alleen maar meer prikkels. Ik kan als partner niet veel anders dan toezien dat het gebeurt…
M’n man kent dit patroon zelf ook, toch blijft het een brug te ver om op zo’n moment op mij te vertrouwen. Niet dat hij dat voor mij moet doen of dat ik me niet serieus genomen voel, want ik snap prima dat als hij het zelf niet zo voelt dat het lastig is het aan te nemen, maar het zou voor hem zelf zoveel ellende kunnen voorkomen.
Tijdens de koppelmeeting kwam dit onderwerp aan tafel voorbij. Eén van de andere partners met autisme gaf aan dat m’n man hierin een keuze heeft. Een keuze om, ook als hij het zelf niet voelt, toch op mij te vertrouwen. Ik was eerst verbaasd. Een keuze? Dat lukt hem niet op dat moment. Maar eigenlijk, waarom niet? Hij weet immers dat hij mij kan vertrouwen en dat ik het beter zie aankomen dan dat hij het voelt. Dat bewijs is tenslotte nu al zo vaak geleverd. Dat weet hij, dat ziet hij, alleen niet op dat geprikkelde moment, maar pas als het te laat is.
In de loop der jaren heeft hij gelukkig wel geleerd om prikkels beter bij zichzelf te herkennen en daar eerder op te anticiperen. Er zijn dus zeker al wel stappen gezet, maar het zou fijn zijn als dat laatste stapje ook gezet kan worden. Wie weet maakt het groepsgesprek van gisteren toch dat we er samen nóg beter voor kunnen zorgen dat hij minder vaak ‘in het rood’ komt.
Ik begrijp dat tegen rood aan de keuze niet meer makkelijk te maken is. Punt is dat als ik het eerder aangeef, hij nog harder ontkent dat er iets is. Soms gaat van groen naar oranje naar rood ook in een flits, waardoor eerder waarschuwen of het zelf aanvoelen sowieso niet lukt. Juist op die plotse rood-momenten is het lastig om van mij te geloven dat hij beter rust kan pakken. En echt, ik snap het, maar toch zou het winst opleveren als hij de keuze inderdaad kan leren maken om hierin blindelings op mij te vertrouwen. Niet voor mij, maar voor zichzelf.
-Jolanda Hoenjet-de Jong-