In deze blog vertel ik als partner van mijn man met autisme over wat een meltdown met mij doet en over wat ik op zo’n moment bij hem zie gebeuren. Het is voor hem zelf het zwaarst, dat zie ik en dat weet ik, ik wil dan ook zeker niet de indruk wekken dat ik het moeilijker heb dan hij. Ik schrijf over wat het met mij, met hem en met ons samen doet, maar alles wel met een belangrijke kanttekening. Dit is mijn/ons eigen ervaringsverhaal en ik wil hiermee niets invullen voor andere mensen met autisme of voor andere partners.
Een relatie is een mechanisme, schreef ik in een eerdere blog. Als 1 radertje tijdelijk anders draait, draait een heel systeem anders. Een meltdown heeft niet alleen invloed op mijn man zelf, maar ook op mij.
De impact van een kortdurende meltdown valt voor mij als partner mee. Ik laat m’n man zoveel mogelijk met rust en meestal komt hij dan na een paar uur weer terug in gewoon contact. Als hij de tijd krijgt en neemt om alle prikkels te verwerken, dan komt de rust min of meer vanzelf. Anders is het als het dagenlang aanhoudt of als het wekenlang op en af gaat, dan draait ons hele systeem anders.
Een meltdown zie ik ontstaan na een opeenstapeling van een aantal grote en/of van veel kleine dingen bij elkaar. Teveel prikkels in te korte tijd. Teveel om op tijd verwerkt te krijgen voordat de volgende lading prikkels eroverheen komt. Tot die ene prikkel, die ene druppel die zorgt dat de emmer overloopt en een tsunami veroorzaakt. Dan ontploft het. Implodeert is wellicht een beter woord. Van binnen een implosie, van buiten een explosie. Zoiets.
Die implosie zie ik niet, de explosie wel. Hoewel, ik denk dat ik die implosie ook wel zie. In elk geval zie ik het aankomen. Ik merk dat m’n man verder en verder volloopt doordat hij steeds meer kortaangebonden en onrustiger wordt en hij steeds minder kan verdragen. Hij heeft vaak hoofdpijn en altijd last van tinnitus. Als hij te vol raakt, geeft hij ook aan dat dat heftiger wordt. Signalen genoeg die ik dan bij elkaar optel.
Als ik benoem dat het niet goed lijkt te gaan en dat hij het beste rust kan pakken, is het probleem dat hij zelf vaak overtuigd is dat het wél goed met hem gaat. Dan denkt hij dat ik hem iets aanpraat. Ik snap dat ook wel, want als hij zich (nog) oké genoeg voelt en ik zeg dat dat niet zo is, nou ja, een ontkenning is dan best logisch. Toch ligt hier wat mij betreft een leerpunt, want gebleken is dat ik het eigenlijk altijd goed zie aankomen als hij gaat overlopen. Het zou zo fijn zijn als hij het van mij kan gaan leren aannemen en daardoor wellicht die tsunami kan voorkomen door op tijd rust te pakken…
Soms loopt het over en merkt hij het wel op. Dan kan hij zelf ingrijpen en rust zoeken door op zolder achter de computer te kruipen of door te gaan slapen. Dat noem ik code rood, volgens de stoplichtmethode. Hierbij is groen redelijk ontspannen, loopt het bij oranje langzaamaan vol en is rood echte overprikkeling. En daar voeg ik code zwart aan toe, een meltdown. Die verschillende fases herken ik duidelijk bij m’n man.
Een meltdown is voor mij dus voorbij code rood. Dan heeft hij geen idee meer van zijn eigen overprikkeling, van zijn eigen gedrag en vaak ook niet van de dingen die hij zegt. Dan zegt hij Ja in plaats van Nee en A in plaats van B. Het lukt hem niet meer om verbanden te leggen. Het is chaos in zijn hoofd. In plaats van dan de nodige rust te nemen, reageert hij echt overal op. Hij interpreteert bijna alles wat een ander doet of zegt als aanval en reageert daar op een primair verdedigende manier op. En zo wordt het prikkel op prikkel op prikkel. Ik zie het gebeuren en wil hem zo graag helpen, maar dat lukt alleen als hij openstaat voor m’n hulp. Omdat hij het niet voldoende bij zichzelf opmerkt, komt mijn hulp niet goed bij hem binnen en werkt het vaak enkel averechts.
Natuurlijk houd ik wel rekening met hem om verdere overprikkeling te voorkomen. Ik wil doen wat ik kan, maar kan niet continu op m’n tenen lopen. Het zou ook niet goed zijn om alles alleen aan hem aan te passen, want ik ben ook maar gewoon ik. Ik die ook bewust met mezelf rekening moet en mag houden om te zorgen dat ik overeind blijf. Juist tijdens een meltdown is overeind blijven voor mij belangrijk. Niet alleen voor mijzelf, maar ook voor hem. Als ik uitval of omval, is ook hij in zekere zin een basis kwijt. Dus aanpassen, ja, maar niet aan alles. Dat is niet goed voor mij en niet goed voor hem.
Hoe hard ik het ook wil vermijden, als zo’n periode te lang aanhoudt, pas ik me ongemerkt toch teveel aan en loop ik ongewild op m’n tenen. Dan schopt het me uiteindelijk onderuit. Als ik me steeds moet afvragen of het goed gaat of dat het escaleert, geeft dat erg veel spanning en stress. Niet als m’n man een paar uur in code rood zit, maar dus wel als het overgaat in een meltdown die langer duurt. Hoe goed ik het ook begrijp en kan plaatsen, het doet iets met me. Mijn emoties voelt hij vervolgens haarfijn aan en dan wijst hij naar mij. Dan ben ik in zijn ogen degene die niks kan verdragen. Hij ziet zijn eigen aandeel en de wisselwerking tussen ons niet meer.
Beetje bij beetje bouw ik dan een muurtje om me heen om zijn overprikkelde energie en reacties niet te hard bij me binnen te laten komen. Dat muurtje trek ik niet bewust of expres op, maar dat is iets wat gebeurt. Zijn meltdown is geen keuze, mijn muurtje is dat ook niet. Op het moment dat hij uit z’n meltdown aan het komen is, heb ik vaak nog tijd nodig om m’n muurtje weer af te breken. Hij vindt het enorm moeilijk als ik dan in m’n coconnetje blijf zitten om m’n rust weer terug te kunnen vinden. Na zo’n periode heeft niet alleen hij, maar heb ook ik hersteltijd nodig. Ieder op onze eigen manier.
Zelf ziet hij het niet zo en hij wil dit ook helemaal niet, maar tijdens zware overprikkeling zeg ik weleens dat hij mij het liefst als een marionet zou aansturen. M’n armen en benen verbonden aan touwtjes die hij in handen heeft. Dan doe en zeg ik niets onverwachts, maar alleen die dingen die passen bij wat zijn overvolle hoofd op dat moment nog aankan. Dan heeft hij controle, om zo de prikkels voor zichzelf te verminderen. Absoluut niet vanuit een verkeerd machtsgevoel en hij wil mij ook niet écht controleren, maar puur omdat het de minste extra prikkels geeft.
Vaak zie ik online verwarring tussen autisme en narcisme. Wat ik hier over m’n man schrijf is 100% autisme, maar ik vermoed dat het voor andere partners narcistisch kan lijken. Zonder diagnose vrees ik dat een hoop relaties dit niet kunnen overleven, en al helemaal niet als het verkeerd gelabeld wordt. Als een autistische meltdown en wat daaruit voortkomt weggeschreven wordt onder narcisme en dat het expres gedaan wordt, slaat dat de basis onder een relatie weg.
Ik schrijf deze blog nadat we net zo’n loodzware periode meemaakten. 3 Weken lang ging het op en af. Nu terugkijkend zien we dat hij al maanden ervoor prikkels aan het opbouwen was en weten we waarschijnlijk waar de oorzaak ligt. Je kunt er (samen) alles aan doen om een code rode of zwart te voorkomen, maar dat lukt niet altijd. Je hebt nu eenmaal niet op alle externe prikkels invloed.
Uiteindelijk werd het hem zo vreselijk teveel dat hij brak en in crisis belandde. Hij was uitgeput. Dat was het moment dat hij ook zelf inzag hoe slecht het met hem ging. We konden niet anders dan hulp inschakelen. Een goed gesprek bracht vervolgens duidelijkheid, licht en ruimte en nieuwe mogelijkheden. En rust. Vooral weer rust. Hij zet nu stapjes om ermee aan de slag te gaan om hopelijk te leren voorkomen dat het opnieuw zo diep gaat.
Het was lang geleden dat het zo slecht ging, en we denken zelfs dat hij niet eerder zó lang achter elkaar zo diep heeft gezeten. We zien het als een ingrijpend seintje dat hij, en ik ook, nog meer en nog bewuster op onze draagkracht moeten letten.
Inmiddels is hij, in zijn eigen woorden, mentaal terug in groen, maar fysiek nog steeds gesloopt. Mijn eigen opgebouwde muurtje is afgebroken. Ondanks de moeheid die hij nog voelt, hebben we wel onze oude vertrouwde modus samen weer terug gevonden.
Graag sluit ik af met wat wél lukt tijdens zware overprikkeling. Iets wat ons helpt. Hoe gek het misschien ook overkomt, maar door er samen op uit te gaan, creëren we een stukje ruimte voor onszelf en voor ons samen. Als we een rondje wandelen en ergens een bakkie doen, vindt m’n man even rust. Ook al geeft een terras of restaurant ook prikkels, dit zijn prikkels die meteen op de juiste plek komen, dus niet bijdragen aan opbouw en overloop. Samen dat bakkie buiten de deur doen is dan broodnodig. Zo’n momentje dat we alleen maar hoeven te ‘zijn’, voorkomt dat we in een vicieuze cirkel terechtkomen en het nóg ingewikkelder wordt.
Mijn man heeft deze blog gelezen voor ik ‘m plaatste. We hopen oprecht dat ons verhaal een bijdrage levert aan begrip over en weer in een relatie waarin autisme speelt.
-Jolanda Hoenjet-de Jong-