Als een hulpverlener, mét kennis van autisme, zegt: “Ik zie je ogen steeds opflikkeren, ik ben heel benieuwd om te gaan ontdekken hoe de radertjes bij jóu werken”, dan heb ik er alle vertrouwen in.
Eerdere ervaringen waren meestal dat hulpverleners wel dachten te weten hoe autisme werkt, maar helaas vergaten dat niet iedereen gelijk is. Er werd daardoor snel teveel eenheidsworst geserveerd en er van uitgegaan dat de geleerde theorie in praktijk op iedereen toegepast kon worden. Dus zonder echt te luisteren naar wát gezegd werd. Zo jammer!
Het afgelopen anderhalf jaar legden we een ware zoektocht af naar een stukje hulp voor m’n man met autisme. Nu lijkt het er eindelijk op dat we iemand gevonden hebben. 2 Iemanden zelfs.
Vorige week hadden we hier thuis het tweede gesprek. Wij met z’n 2, zij met z’n 2. We hadden beiden niet het gevoel dat we anderhalf uur met 2 hulpverleners zaten te praten, maar eerder dat er fijne mensen op bezoek waren waarmee we een mooi gesprek voerden. Over van alles.
Al pratende sneden we zijdelings een onderwerp aan wat wellicht meer voor onder bekenden is om te bespreken. Dachten wij. Maar nee, er werd gezegd dat het juist een goed onderwerp was om over door te praten. Dit zijn we helemaal niet gewend. Een gesprek mag blijkbaar ook gewoon lopen hoe het loopt. Toegespitst op dat wat speelt, niet op wat de volgende stap voor de hulpverlener is.
Dit biedt onverwacht toch weer nieuw perspectief. We hadden de moed bijna opgegeven en ons erbij neergelegd dat een stukje passende ondersteuning om nog wat puntjes op de i te zetten er niet meer in zat. Hoopvol dus!
-Jolanda Hoenjet-de Jong-