Communicatie kan soms wat lastiger zijn als je partner autisme heeft. Ik schreef deze blog in de hoop dat de tips die ons helpen ook voor jullie een opstapje naar betere communicatie kunnen zijn.
In het kort. We zijn sinds 1986 samen, in 2006 kreeg m’n man de diagnose autisme.
Wij zaten ooit in een patroon van niet praten maar opkroppen. Als we dan te vol raakten, kwam alles er tegelijk uit. Dan praatten we en losten het wel weer op, maar we stapelden dus wel eerst. Dat stapelen gaf onnodig zoveel onrust en stress. Ik hoorde ooit de term cumulatieve stress, en dat is precies wat het was. Het één stapelde zich op het ander, het liep vol en het liep vervolgens over. En dan... BOEM! Ik liep op m’n tenen en voor m’n man zorgde al dat stapelen voor opeenhoping van prikkels en code rood. Het was voor ons beiden en voor ons samen niet goed.
De omslag kwam nadat we ons meer en beter gingen verdiepen in autisme. We leerden begrijpen hoe zijn autisme van invloed was op alles wat hij deed, of waarom hij iets juist niet deed. Welke invloed autisme had op hem, maar ook op mij. We leerden steeds meer dat erover praten duidelijkheid bracht en dat daardoor meer rust in huis kwam. Rust voor ons samen. Rust brengt ook meer rust. Je komt in een heel andere flow terecht. Het breidt zich met wat inzet van beiden en een beetje geluk langzaam verder uit. Zoals de rimpelingen in het water nadat je dat eerste hele kleine steentje erin gooide.
Wat ik nog wel regelmatig moeilijk vind, is de manier waarop hij iets zegt. Ik ben nogal gevoelig voor sfeer en intonatie, en in mijn beleving reageert hij vaak op een nogal bozige manier. Zijn stem is zwaar en redelijk monotoon, daardoor klinkt hij snel boos, terwijl hij eigenlijk zelden echt boos is. Dat weet ik, maar voor mij blijft het soms lastig om de intonatie los te koppelen van de woorden. Communicatie is voor mij nou eenmaal niet alleen woorden. Hij doet z’n best iets ‘vriendelijker’ te klinken en ik doe m’n best het niet zo ‘boos’ te laten binnenkomen, toch lopen we hierin nog weleens spaak. Ik leerde al wel om te vragen of hij werkelijk boos is in plaats van dat voor hem in te vullen. Zijn reactie is dan “luister alsjeblieft niet naar hóe ik het zeg, maar naar wát ik zeg”, maar dat vind ik dus nog steeds regelmatig best lastig.
Voor een echt gesprek proberen we zoveel als mogelijk een rustig moment te vinden, niet als er al van alles rondom gebeurt. Dat werkt niet. Niet voor mij, niet voor hem. Als hij al in overprikkeling zit, gooien we daar alleen maar meer prikkels bovenop. Dan schiet een gesprek z’n doel voorbij. Beter dus om een moment te kiezen waarop er meer rust is.
Wij praten het best tijdens een bakkie cappuccino. Vóór Corona deden we dat het liefst bij de Hema of een tuincentrum in de buurt, nu doen we dat thuis. Even bewust samen zitten. Zodra het weer kan, denk ik dat we onze oude gewoonte wel terug oppakken en dat bakkie weer ergens anders dan thuis gaan doen. Het zijn zulke fijne wij-momentjes.
Ook in het donker op bed is voor ons een goed moment voor gesprek. Dan kijk je elkaar niet aan en zie je dus ook niet de non-verbale signalen van elkaar. Daar ben ik zelf nogal sterk in, in non-verbale communicatie. Handgebaren, mimiek in m’n gezicht, het leidt voor m’n man allemaal af. In het donker heb je daar geen last van. En ook bij de Hema achter een bakkie zwaai ik minder met m’n armen 🙂 Wat dat betreft zijn we 2 uitersten bij elkaar. Hij communiceert meest met alleen woorden, en ik ben heel expressief. Andersom vraagt hij zich overigens wel af wat ík bedoel met een blik of waarom m’n stem anders klinkt. Dat wat hij bij zichzelf niet herkent, pikt hij van mij dus wel haarfijn op.
Ik lees regelmatig dat stellen elkaar mailen of appen omdat dat beter werkt dan praten. Een mogelijkheid is ook om af te spreken dat jullie bijvoorbeeld morgenavond om 8 uur samen over onderwerp X praten. Voor ons is dit niets, maar ik benoem het toch, want wie weet past het voor jou juist wel.
Voordeel van schrijven of afspreken is dat de ander niet direct hoeft te reageren en daarmee verwerkings- of nadenktijd krijgt. Die nadenktijd proberen wij in een gewoon gesprek ook in te voegen door niet metéén een reactie te verwachten. Even rustig in de cappuccino roeren of je koekje eten, zodat de ander het kan laten zakken. Of we zeggen letterlijk dat we even tijd nodig hebben en niet meteen een antwoord hebben. Zo simpel is het ook gewoon. Aangeven wat je nodig hebt.
Iets wat ik zoveel mogelijk toepas, is om in IK-vorm te praten. Ik vind, Ik voel, Ik wil graag. Dat klinkt minder als ‘aanval’ dan Jij doet dit of Jij deed dat. Dit is niet alleen handig in gesprek met een partner, maar met iedereen. Met ‘Jij’ wijs je meteen naar de ander, waardoor bij de ander automatisch een verdedigingsmechanisme in werking treedt. Ik leerde dit lang geleden in een assertiviteitstraining en gebruik het nog steeds. Met ‘Ik’ beginnen biedt echt zoveel meer opening voor gesprek.
Als je iets wilt bespreken waar je een duidelijk antwoord op verwacht, is kort en to the point blijven erg belangrijk. Niet teveel uitweiden, want dan mist het punt waar het om gaat. Voorbeeld. “Ik wil graag dat jij zaterdag de boodschappen doet, want ik ben te druk. Lukt dat?” Daarmee check je ook meteen of je vraag goed binnenkwam. Tegenover deze versie: “Ik ben donderdag op m’n werk en daar moet ik m’n verslag nog afmaken. Vrijdag heb ik een afspraak bij de tandarts waar ik waarschijnlijk met een verdoofde mond vandaan kom, dus zaterdag wil ik dan de was doen die ik normaal op vrijdag doe. Wil jij daarom zaterdag de boodschappen doen?” Grote kans dat je werkelijke vraag gemist wordt omdat je partner zich in gedachten nog over je eerste deel buigt. Wat voor verslag dan? Hè, ik weet helemaal niet dat je naar de tandarts moet. Jij gaat ervan uit dat de boodschappen geregeld worden, tot je op zaterdag een zeer verbaasde partner tegenover je hebt die geen idee heeft waar je het over hebt. En dan? Irritatie? Verwijt dat hij/zij nooit naar je luistert? Ruzie zelfs? Een verpest weekend? Zo jammer.
Best vaak lees ik dat partners niet met elkaar praten, omdat het niet meer lukt elkaar ergens in gesprek te vinden. Als je beiden stopt met communicatie gaat het mis. Dan kom je in een cirkel terecht waar je moeilijk weer uitkomt. Als je partner niet kan of niet wil praten, blijf dan in ieder geval altijd wel jezelf uitspreken, op welke manier dan ook. Desnoods via mail of app. Vertel wat je dwarszit. Ook al komt er nauwelijks of geen zichtbare reactie, dat betekent niet dat je boodschap niet overkwam. Bovendien, opkroppen is ongezond en maakt alles later alleen maar groter. Een keer komt het er toch uit. Beter iedere keer dat waar het nu over gaat, in plaats van op te stapelen en het te laten ontploffen. Dan verzandt het ook makkelijk in iets waarvan jullie geen idee meer hebben waar het nou eigenlijk over ging.
-Jolanda Hoenjet-de Jong-